“Het geziene uit de ongezien wereld”
Na het overlijden van Ben en mama breng ik de lente en zomer vooral door in mijn achtertuin. Het is er beschut, wat veilig voelt en ik kom er tot rust. Ik lees, mijmer, zucht, schrijf, huil of werk erin.
Steeds komen er vlinders op mij zitten, zeker een tiental keren op mijn benen, mijn hart, op mijn hoofd. Het is zo opvallend vaak dat het geen toeval meer kan zijn. Ik voel mede daardoor mama en ook Ben steeds dichtbij.
Mama voel ik meer in de vlinders en Ben in een libelle, want vanaf het begin dat Ben is overleden vliegt er heel vaak een hele grote libelle door de tuin. Al vanaf de eerste keer ontroerde het me diep en voel ik er de ziel van Ben in. Ze is er steeds als ik buiten ben, maar ook vaak als ik aan de telefoon ben en net iets moeilijks bespreek.
En niet alleen hier thuis in de tuin, zeker twee jaar lang vergezeld ze me waar ik ook ben, in een tuin in Friesland, bij een museum in Arnhem, in een tuin in Zeeland, hierachter in het bos, tijdens een wandeling bij Vogelenzang.
De eerste jaren zijn de vlinders en libelle’s intensief aan mijn zijde, maar ook nu nog steeds zijn ze er op onverwachte of juist speciale momenten. De libelle zweeft rond, raakt me soms zelfs aan, de vlinders vliegen heel dichtbij, of gaan soms nog steeds op mij zitten.
Op 15 augustus 2019 op mijn verjaardag ben ik bij de Maria kapel in Heiloo met een vriendin. Er land een vlinder recht op mijn hart, als we een foto maken van mij bij het Maria beeld.. een cadeau voor mijn nieuwe levensjaar.. Wat een prachtig geschenk!
Vlinders en de libelle staan in de oudheid en in vele culturen voor de ziel, het teken van transformatie.
Comments