top of page
Foto van schrijverAnna

Terug naar Casteljau










Deze maand ging ik terug naar Casteljau in de Zuid Ardeche, waar Ben en ik vorig jaar begin juni naar toe zijn geweest.

Het was onze laatste reis samen.


Deze herfst vakantie mocht ik mee met Heleen en haar moeder Leny naar hun huis daar. Ik vond het heel lief dat ze mij gevraagd hadden, maar ook vond ik het spannend om terug te gaan naar de plek waar ik met Ben was een paar maanden voor zijn overlijden. Ik wist niet hoe het zou voelen, hoe het zou zijn, wat er allemaal door me heen zou gaan. Toch ging ik op het aanbod in. Ik besprak met Heleen mijn twijfels en mijn gevoelens daarover. Ze had alle begrip en gaf aan dat ze open stond voor alles wat er zou zijn. Dat ruime gebaar gaf mij vertrouwen dat ik mee kon gaan, hoe het ook voor mij zou uitpakken. En voor mezelf bedacht ik, ik kan altijd naar huis gaan als ik het toch niet aankan. Het leek me tegelijkertijd ook fijn om daar weer in die prachtige natuur te mogen zijn en een paar weken mijn rust te nemen.


Dus bereide ik me voor, overdacht wat er zo in me omhoog zou kunnen komen, ik ploegde door de foto’s van vorig jaar en begon aan het maken van een fotoboek. Zo kon ik de beelden en de ervaringen van toen door me heen laten gaan, en alle gevoelens de revue laten passeren. Ik huilde bij bepaalde beelden, ik glimlachte bij sommige, ik was trots, ik was dankbaar en ook voelde ik weer de pijn en de twijfel van toen.


Ik had mijn ‘voorwerk’ gedaan en we konden vertrekken. Tijdens de reis was het gezellig zo onderweg met elkaar, met thee en broodjes erbij. Maar ook speelde op de achtergrond constant de film af, (een terugblik film die mij al het hele jaar vergezeld) van onze reis vorig jaar. Wat was het toen ook spannend geweest, hoe het zou gaan met Ben. Ik reed de lange weg alleen en zorgde dat we steeds op tijd stopte om Ben niet te zeer te vermoeien. Binnen de context van alles wat er gaande was, waren we toch in staat te genieten van de reis, de mooie natuur en van elkaar.


Bij de aankomst in het huisje nu, zag ik alle beelden terug en beleefde ze opnieuw,  in stilte. Ik voelde dat daar ruimte voor was bij Heleen en Leny zoals er steeds ruimte voor me zou zijn die weken. Het jaargetij was heel anders, dat was fijn, ook onze samenstelling, drie vrouwen nu, was  heel anders. De nieuwe ervaringen konden ook binnenkomen en ik kon vaak genieten van wat er nu was. Natuurlijk waren sommige herinneringen heel gevoelig, en toen ik de eerste keer aan de rivier kwam waar we samen nog zo intens hadden genoten vorig jaar, liepen de tranen rijkelijk over mijn wangen.


Het werden goede weken, we hadden het gezellig met elkaar. Maakten mooie wandelingen, gingen naar de markten, genoten van een kastanjefestival en in de avond stookte we het haardvuur, lazen onze boeken en breide aan onze breiwerken. Hoe knus.


De herinneringen die ik had voelde vaak rijk en liefdevol en heel dankbaar, dat ik het allemaal samen met Ben heb mogen beleven. Toen ik op een ochtend alleen een schitterende wandeling maakte, was ik op een grote steen aan de rivier gaan zitten. De imposante gorses, de herfstkleuren die magisch werden in de schittering van de zon, de wind door mijn haar, de rivier die flink stroomde, en ik die daar zat. Ik voelde me zo dankbaar dat ik daar weer was, dat ik onderdeel werd van die grootsheid, ik voelde me een deel van die grote magnifieke schepping.. Mijn tranen stroomde van ontroering.. Ik voelde de Grote God, het Grotere wat ons allemaal bestuurt..


En het water in de rivier stroomde voort, een geel herfstblaadje ging mee op de stroom. Ik moest denken aan Ben zijn woorden die hij de laatste periode van zijn leven vaak zei: “alles gaat voorbij, en dat is goed”. Ik weet dat dat waar is, het water gaat maar door, het verzet zich niet, het gaat vloeiend mee met de stroom.. Ik weet dat dat het beste is, dat dat het meeste vrede geeft, als ik mee kan gaan met de stroom van mijn leven..

Even voelde ik daar een heel diep gevoel dat ik mee mocht gaan, dat ik los mocht laten, dat ik verder mocht gaan…dat Ben er altijd zal zijn in zijn veranderde vorm… dat ík hier nog mag leven..

Op de rots waar Ben vorig jaar vaak had gezeten en waar we samen nog foto’s hadden gemaakt lag ik een steentje voor Ben, en elke keer als ik er kwam in die weken legde ik er één bovenop, de laatste keer waren ze weg…, ik heb het zo gelaten.


Op een middag stond ik weer op die zelfde rots, “de Ben rots” eigenlijk, en ik zag in een soort ‘spleet achtig overkapping stuk’ van die rots een steen liggen, bijna meteen zag ik dat het de vorm had van een hart, ik liep er heen, pakte hem er onder uit en werd helemaal blij. De steen had inderdaad de vorm van een hart…, door Ben gegeven, zo voelde het.. Ik nam hem dankbaar mee naar huis.


Het weer thuis komen was een heel ander verhaal. Gelukkig was Suzanne thuis, met buitenlicht aan, warmte, thee en kaarsen, nootjes en een wijntje en konden we onze eerste verhalen delen van de afgelopen twee weken, ook voor haar was er veel gebeurd in haar proces. We hadden veel te bepraten. De zondag gingen we een mooie lange wandeling maken door de prachtig herfst van Almere. We genoten er oprecht van en praatte nog honderd uit. Maar langzaam drongen de eerste gevoelens van gemis zich door de spleten heen, langzaam kroop de leegte omhoog in mijn buik, het bereikte mijn maag waar het gevoel een domper gaf en langzaamaan naar mijn keel waar het dikker werd..


De maandag moest ik werken, langs lieve mensen, dat leidde wat af maar steeds was daar het dikke pijnlijke gevoel in mijn keel, de leegte in mijn buik, de zwaarte rond mijn maag. De tranen kwamen al snel, .., wat moet ik toch met die leegte dat Ben er echt niet meer is? Er ook niet meer zal zijn? Dat ik dit allemaal niet meer delen kan. Het niet meer vertellen, laten zien, uitpakken kan. Hoe moet ik het toch doen, steeds en steeds zonder hem..? Het duurt nu al zo lang…! En hoe moet dat toch komende winter zonder hem? Zonder die fijne warme gezelligheid die we samen zo intens konden hebben. Hoe gek is dat toch in mijn gevoel dat blijkbaar steeds een laagje dieper doorsijpelt dat Ben er echt niet meer is en niet zal zijn.. De intensiteit van dat gevoel knijpt me de keel af, het is soms niet te doen, al mijn spieren gaan zeer doen..


Suzanne en ik ‘botsen’ wat tegen elkaar aan, zij wil haar rust bewaren die ze zo brood nodig heeft voor zichzelf, ik moet hier thuis weer zien te ‘landen’ in  mijn onherroepelijk veranderde leven. Mijn verdriet doet haar pijn, ze raakt haar midden er door kwijt.  Ik heb pijn van haar moeite en onvermogen wat ze op dit moment ervaart. We huilen de tranen die er zijn en zeggen toch steeds maar weer tegen elkaar, als er weer wat afstand is genomen, dat we het toch echt zo gek nog niet doen. Dat het ook ondoenlijk lijkt soms om ons leven weer een wending te geven met zo’n gat, wat er is geslagen door de dood van Ben en van mama/oma in ons familie systeem. Dat het soms ondoenlijk lijkt om ons weer geborgen en veilig te voelen. Dat alle bescherming lijkt weggevallen… En dan komt er toch een moment dat we elkaar opbellen, ik in de auto voor de Lidl, Suzanne net thuis van de Hema, En zeggen we tegen elkaar dat we er vrede mee mogen hebben, met wat er is, met hoe we zijn, met hoe we het doen, ook al zitten daar soms rafels aan, en lijkt het soms onbeholpen. Het mag, het is logisch, het is goed, het is er allemaal en het mag er allemaal zijn. We spreken zacht en liefdevol, en spreken af dat we straks lekker de kaarsen aan doen, stoofpot eten en een wijntje drinken. De vrede, de rust, de geborgenheid komt weer beetje bij beetje in ons zelf omhoog.. ..langzaam, heel langzaam, door de acceptatie van wat IS.




10 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Symbolen..

Symbolen, daar ben ik de afgelopen weken mee bezig geweest. Ik heb met een goudsmid gekeken en nagedacht over een ontwerp voor onze...

Comments


bottom of page