“Als onze ontwikkeling zich niet snel genoeg naar onze plannen voegt, worden we ongeduldig. En ontevreden. De daad is zoveel trager dan de droom, de werkelijkheid zoveel gecompliceerder dan de fantasie. Inzichten hebben ruimte nodig om zich naar het dagelijks leven te verplaatsen; energie heeft tijd nodig om in de materie af te dalen. Dit is hoe transformatie verloopt: lange tijd zul je op het tastbare niveau niets van je inspanningen terug zien, maar dat wil niet zeggen dat er niets gebeurt. Het is als zand in een sloot scheppen, op de bodem hoopt het zand zich op, maar pas tegen de tijd dat je bijna op wilt geven, omdat je denkt dat het allemaal tevergeefs is, tekent zich boven het wateroppervlak een triomfantelijk bergje af. Tot we het resultaat zien waar we zo hard aan werken is het zaak om te genieten van het werk zelf, het scheppen van dat zand, met respect voor het tempo van de aardse processen en het ritme van de ziel. ‘Zoals dichter Rainer Maria Rilke in ‘brieven aan een jonge dichter’ schrijft: ‘wees geduldig jegens alles wat nog onduidelijk is in je hart en probeer de vragen zelf lief te hebben, als ontoegankelijke ruimtes, als boeken geschreven in een volkomen onbekende taal’.
Wie aandachtig blijft in het heden, bij het werk zelf, zonder steeds naar het toekomstige doel te reiken, zal uiteindelijk sneller op het eindpunt aankomen. Als je het proces bewust beleeft, opent het moment zich voor je en zul je alles leren wat je nodig hebt om het beste resultaat te bereiken. Ongemerkt zul je dan op een dag ervaren dat je met kalme, vastberaden en genietende pas over de eindstreep bent gelopen. Verkeren in de windstilte van het (nog) niet weten, dat vereist heldenmoed.”
Dit stuk over TIJD las ik van Susan Smit in de Happinez.
Het sluit helemaal aan bij mijn eigen proces, en het geeft me opnieuw wat moed. Het geeft me nu ik het over heb geschreven zelfs weer wat innerlijke rust die ik in het eerste jaar vaker kon voelen, toen was ik het volledig ‘eens’ met dat alles tijd nodig had. Nu de jaarwisseling gepasseerd was en ik ook het tweede jaar van rouw ben ingegaan was er ook wat in die innerlijke rust verschoven. Ik voelde me onrustig, moedeloos, verdrietig het beeld van het gemis en de lege plek die Ben achter heeft gelaten tekent zich steeds scherper af alsof je langzaam een beeld scherp stelt door de lens van een fototoestel. Het gevoel leek wel pijnlijker, scherper, het voelt allemaal zoveel realistischer. Dat ik echt verder moet zonder Ben dringt zich zoveel meer aan me op. En, waarheen? Hoe dan? En, wát? De laatste weken had ik het moeilijk. Ik gaf er aan toe en liet het er zijn, hoe ongemakkelijk ook. De emoties wisselde elkaar af, van verdriet, maar ook wel boosheid, van waarom toch?! Van onmacht en gedachten van; ‘o nee niet weer een heel jaar’! Het besef of de angst dat er ook geen einde aan komt, dat ik dit mijn leven zal meedragen. Kortom, ingewikkelde gevoelens waarvan ik het doel en het eindpunt niet weet. Het stukje van Susan Smit deed me goed, ik heb het gelezen en herlezen. En nu ik het heb overgeschreven en de laatste week vooral ‘alles’ er heb laten zijn, er ruimte en woord aan heb gegeven, merk ik dat er weer ietsje van die innerlijke rust door me heen gaat stromen. – ‘het gaat om het werk op zich, ook al zie je nog geen resultaat ‘onder de waterlinie, in het onzichtbare gebeurt ervan alles. – ‘respect voor het tempo van de aardse processen’. – ‘aandachtig blijven bij het proces in het heden’. Ook het beeld van het zand scheppen in het water spreekt me zo aan nu, je hebt meteen het idee bij dat beeld dat het een hele lange poos nutteloos is dat al je werk toch weer wegspoelt en dat er geen einde aan komt. Toch door moedig door te gaan, geduld, geloof en vertrouwen te hebben ga je op een dag echt het resultaat zien. Het geeft me weer de moed om terug te komen bij het nu, bij het geduld, bij het doorgaan, bij het respect hebben voor het tempo van het leven, míjn tempo. Ik hoef nog ‘niets te zijn’. Ik hoef nog niet ‘opgeschoten’ te zijn, of verbetering zichtbaar. Het is wat het is.
Zo’n streep door de tijd als ‘oud en nieuw’ doet iets, heeft me in verwarring gebracht, heeft me pijnlijk stil doen staan en laten zien dat ik al een jaar aan het zand scheppen ben en nog helemaal geen resultaat zie. Dat bracht me uit balans, uit mijn evenwicht. Gaf me verdriet en een gevoel van moedeloosheid. bracht vragen omhoog als; moet ik dingen anders doen? Kan ik het anders doen? Maar door dit schrijven van Susan over TIJD, begrijp ik weer opnieuw, ‘nee dit is het, en je doet het goed, zoals je het al doet. Je moet Jezelf opnieuw herpakken, geduld hebben en vertrouwen dat dit de manier is, rustig ‘door scheppen’ met respect voor jezelf, voor wat je kan, voor wat je nog niet kan. Voor het tempo van de aardse processen, voor mijn eigen tempo. Me richten op het heden, het moment van deze dag, niet op het hele jaar, en al helemaal niet het einde daarvan. Het proces zelf lief hebben, dit is het nu, dit is nu mijn leven mijn opdracht.
Ik vraag steun aan de onzichtbare wereld, aan God of ik steeds weer opnieuw de moed mag hebben, het geduld en het vertrouwen om rustig door te gaan. Mijn hart open te houden, om elk moment hoe onduidelijk ook lief te hebben.
Comments